koophandel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koop·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koophandel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

koophandel m

  1. (bedrijf) het aankopen en veelal elders voor tegen winst verkopen van goederen
    • In de Gouden Eeuw was de koophandel de drijvende kracht van de welvaart. 

Gangbaarheid

  • Het woord koophandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.