commerce
Nederlands
Woordafbreking
- com·mer·ce
Zelfstandig naamwoord
commerce m [1]
- Om van de groeiende e-commerce te profiteren, is het volgens PayPal-baas Roest van belang dat Nederlandse webwinkels hun zoekoptimalisatie via Google goed hebben geregeld. ,,Maar zorg ook dat je actief bent op social media. Een platform als Instagram is daar uitermate geschikt voor. [2]
- De Belgische premier Charles Michel viert de overwinning. ,,Dankzij deze belangrijke investering van een wereldspeler op het vlak van e-commerce zetten we België op de kaart van de veelbelovende en groeiende digitale economie en zorgen we voor extra jobs in de nabije toekomst’’, reageert hij tegenover persbureau Belga. De komst van Alibaba zou België op de middellange termijn meer dan duizend banen kunnen opleveren. [3]
- Voor bedrijven is de mogelijkheid om werknemers flexibel in te zetten bijzonder handig. Ook werknemers profiteren, want het levert flink wat banen op. Dat zijn wel vooral jobs voor laaggeschoolden in de dienstensector en e-commerce, bijvoorbeeld in distributiecentra van webwinkels als Bol.com en Wehkamp. [4]
Gangbaarheid
- Het woord commerce staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'commerce' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Sanne Schelfaut 10-11-18 Onze internetpakketjes komen steeds vaker uit China, Duitsland of de VS
- Tubantia Natasja de Groot 13-11-18 Nederland verliest slag om Alibaba
- Tubantia Naomi van Kalken 08-01-19 We zijn ‘Europees kampioen’ avonden en zondagen werken
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.