lima

Niet te verwarren met: Lima

Aloene

Telwoord (alp)
1 10 100 103
2 20
3
4
5 50
6
7
8
9

Hoofdtelwoord

lima

  1. vijf



Fijiaans

Telwoord (hif)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300
4 14 40 400
5 15 50 500
6 16 60 600
7 17 70 700
8 18 80 800
9 19 90 900
Uitspraak
  • IPA: /ˈli.ma/

Hoofdtelwoord

lima

  1. vijf



Frans

Werkwoord

vervoeging van
limer

lima

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van limer


Indonesisch

Telwoord (ind)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027
Uitspraak
Woordafbreking
  • li·ma

Hoofdtelwoord

lima

  1. vijf
Afgeleide begrippen
  • berlima
  • kelima
  • seperlima



Niueaans

Telwoord (niu)
0
1 11 10 100 103
2 12 20
3 13 30
4 14 40
5 15 50
6 16 60
7 17 70
8 18 80
9 19 90

Hoofdtelwoord

lima

  1. vijf



Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈliːmɑ /
Woordafbreking
  • li·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord lima.
Naar frequentie 21770
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud lima
o enkelvoud lima
meervoud lima
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
lima

Bijvoeglijk naamwoord

lima

  1. gelijmd, gepapt
Schrijfwijzen

Werkwoord

lima

  1. verleden tijd van lime
  2. voltooid deelwoord van lime
Schrijfwijzen
  • 1-2: limet
  • 1: limte
  • 2: limt

Zelfstandig naamwoord

lima, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van lim
Schrijfwijzen
  • limene


Nynorsk

Woordafbreking
  • li·ma

Werkwoord

lima

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast lime, zie aldaar


Pampangan

Telwoord (pam)
1 11 10
2 12 20
3 13
4 14
5 15
6 16
7 17
8 18
9 19

Hoofdtelwoord

lima

  1. vijf



Portugees

enkelvoud meervoud
lima limas

Zelfstandig naamwoord

lima v

  1. (fruit) limoen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • li·ma
enkelvoud meervoud
lima limas

Zelfstandig naamwoord

lima v

  1. (fruit) limoen
  2. (gereedschap) vijl


Tagalog

Telwoord (tgl)
0
(T, S)
1
(T, S)
11
(T, S)
10
(T, S)
100
(T, S)
103
(T, S)
2
(T, S)
12
(T, S)
20
(T, S)
200
(T, S)
106
3
(T, S)
13
(T, S)
30
(T, S)
300
(T, S)
106
4
(T, S)
14
(T, S)
40
(T, S)
400
(T, S)
106
5
(T, S)
15
(T, S)
50
(T, S)
500
(T, S)
1015
6
(T, S)
16
(T, S)
60
(T, S)
600
(T, S)
1018
7
(T, S)
17
(T, S)
70
(T, S)
700
(T, S)
1021
8
(T, S)
18
(T, S)
80
(T, S)
800
(T, S)
1024
9
(T, S)
19
(T, S)
90
(T, S)
900
(T, S)
1027

Hoofdtelwoord

limá

  1. vijf



Tetum

Hoofdtelwoord

lima

  1. vijf


Ujir

Zelfstandig naamwoord

lima

  1. hand
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.