nauw
Nederlands
Woordafbreking
- nauw
Woordherkomst en -opbouw
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘niet wijd’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1] [2]
- cognaat met Deens nøje, Duits genau en Fries nau
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | nauw | nauwer | nauwst |
verbogen | nauwe | nauwere | nauwste |
partitief | nauws | nauwers | - |
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
nauw o
- Wij kwamen in het nauw toen de benzine opraakte.
Spreekwoorden
- «Een kat in het nauw maakt vreemde sprongen.»
- Een noodsituatie leidt tot onvoorspelbaar gedrag.
- «Een kat in het nauw maakt vreemde sprongen.»
- Een kat in het nauw maakt rare sprongen
Gangbaarheid
- Het woord nauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nauw' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.