nagerecht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·ge·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nagerecht nagerechten
verkleinwoord nagerechtje nagerechtjes

Zelfstandig naamwoord

nagerecht o

  1. het gerecht waarmee een maaltijd wordt afgesloten
    • Het nagerecht bestond uit een mousse. 
    • Als slot volgde het nagerecht. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nagerecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.