mud
Nederlands
Woordafbreking
- mud
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘inhoudsmaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1101 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mud | mudden |
verkleinwoord | mudje | mudjes |
Zelfstandig naamwoord
mud m / o
- (natuurkunde), (eenheid) een verouderde oppervlaktemaat
- (natuurkunde), (eenheid) een verouderde inhoudsmaat
Verwante begrippen
eenheden van inhoud in het Nederlands (nld) |
---|
kubieke yoctometer • kubieke zeptometer • kubieke attometer • kubieke femtometer • kubieke picometer • kubieke nanometer • kubieke micrometer • kubieke millimeter • kubieke centimeter • kubieke decimeter • kubieke meter • kubieke decameter • kubieke hectometer • kubieke kilometer • kubieke megameter • kubieke gigameter • kubieke terameter • kubieke petameter • kubieke exameter • kubieke zettameter • kubieke yottameter |
yoctoliter • zeptoliter • attoliter • femtoliter • picoliter • nanoliter • microliter • milliliter • centiliter • deciliter • liter • decaliter • hectoliter • kiloliter • megaliter • gigaliter • teraliter • petaliter • exaliter • zettaliter • yottaliter |
vat buiten gebruik: mud • roede |
Gangbaarheid
- Het woord mud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mud' herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.