deciliter
Nederlands
Woordafbreking
- de·ci·li·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘0,1 liter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1802 [1]
- afgeleid van liter met het voorvoegsel deci-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deciliter | deciliters |
verkleinwoord | decilitertje | decilitertjes |
Zelfstandig naamwoord
deciliter m
Verwante begrippen
eenheden van inhoud in het Nederlands (nld) |
---|
kubieke yoctometer • kubieke zeptometer • kubieke attometer • kubieke femtometer • kubieke picometer • kubieke nanometer • kubieke micrometer • kubieke millimeter • kubieke centimeter • kubieke decimeter • kubieke meter • kubieke decameter • kubieke hectometer • kubieke kilometer • kubieke megameter • kubieke gigameter • kubieke terameter • kubieke petameter • kubieke exameter • kubieke zettameter • kubieke yottameter |
yoctoliter • zeptoliter • attoliter • femtoliter • picoliter • nanoliter • microliter • milliliter • centiliter • deciliter • liter • decaliter • hectoliter • kiloliter • megaliter • gigaliter • teraliter • petaliter • exaliter • zettaliter • yottaliter |
vat buiten gebruik: mud • roede |
Gangbaarheid
- Het woord deciliter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'deciliter' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.