moordenaar
ъ
Nederlands
Woordafbreking
- moor·de·naar
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘die een moord begaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
- Oude afleiding van moord met het achtervoegsel -enaar.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moordenaar | moordenaars |
verkleinwoord | moordenaartje | moordenaartjes |
Zelfstandig naamwoord
moordenaar m
- iemand die een moord gepleegd heeft
- De moordenaars konden gelukkig gearresteerd en veroordeeld worden.
- (gereedschap) een informele naam voor een zware verstelbare pijptang
Synoniemen
- [2] pijptang
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- moordenaarsbende, moordenaarshoek, moordenaarswerk
Vertalingen
1. iemand die een moord gepleegd heeft
Gangbaarheid
- Het woord moordenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'moordenaar' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.