moord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  moord    (hulp, bestand)
  • IPA: /mort/
  • IPA: /moːrt/
Woordafbreking
  • moord
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘doodslag met voorbedachten rade’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord moord moorden
verkleinwoord moordje moordjes

Zelfstandig naamwoord

moord v/m

  1. het opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven beroven
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • De moord op iemand
het vermoorden van iemand
  • Een moord plegen
iemand vermoorden
  • daar komt moord en doodslag van
dat gaat grote problemen veroorzaken, daar komt ruzie van
  • moord en brand schreeuwen
heel verontwaardigd zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord moord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
moorden

moord

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moorden
    • Ik moord. 
  2. gebiedende wijs van moorden
    • Moord! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van moorden
    • Moord je? 

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.