moord
Nederlands
Woordafbreking
- moord
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘doodslag met voorbedachten rade’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moord | moorden |
verkleinwoord | moordje | moordjes |
Zelfstandig naamwoord
moord v/m
- het opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven beroven
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- De moord op iemand
het vermoorden van iemand
- Een moord plegen
iemand vermoorden
- daar komt moord en doodslag van
dat gaat grote problemen veroorzaken, daar komt ruzie van
- moord en brand schreeuwen
heel verontwaardigd zijn
Vertalingen
1. het opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven beroven
Gangbaarheid
- Het woord moord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'moord' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.