-enaar

Nederlands

Huidig
bestand
40
Woordafbreking
  • -e·naar
Woordherkomst en -opbouw

Achtervoegsel

-enaar m

  1. iemand die de handeling verricht van het genoemde woord
    • Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van woorden maar niet bij woorden die eindigen op een stomme e (sjwa) en een l, n of r. 
    • Kunst → kunstenaar. 
    • Tol → tollenaar. 
    • Bult → bultenaar. 
    • Moord → moordenaar. 
  1. bewoner van de genoemde stad, dorp, streek, etc
    • Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van geografische eigennamen maar niet bij woorden die eindigen op een stomme e (sjwa) en een l of n. 
    • Gent → Gentenaar. 
    • Zwolle → Zwollenaar. 
    • Den Bosch → Bosschenaar. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.