meeuw

Een meeuw.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  meeuw    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /mɪːβ̞/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /meːβ̞/
Woordafbreking
  • meeuw
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘meeuwachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord meeuw meeuwen
verkleinwoord meeuwtje meeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

meeuw v/m

  1. (vogels) Laridae , een grote groep zeevogels
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • meeuwwinde
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord meeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.