zeevogel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeevogel (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈzeˌvoχɔɫ/, /ˈzeɪ̯ˌvoʊ̯χɔɫ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈzeːˌvoːɣəl/
Woordafbreking
- zee·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeevogel | zeevogels |
verkleinwoord | zeevogeltje | zeevogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
zeevogel m
- (dierkunde) een vogel die vooral in de directe omgeving van de zee leeft
- Zeevogels zijn, zoals de naam al impliceert, vaak bij zee te vinden.
Vertalingen
1. een vogel die vooral in de directe omgeving van de zee leeft
Gangbaarheid
- Het woord zeevogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeevogel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.