marron
![](../I/m/Tropenmuseum_Royal_Tropical_Institute_Objectnumber_H-3399_Marron_bij_een_plantage.jpg)
A 1. zwarte die uit slavernij naar de wildernis is ontsnapt
![](../I/m/Tropenmuseum_Royal_Tropical_Institute_Objectnumber_60006217_Portret_van_een_groep_Marrons_op_het.jpg)
A 2. groep afstammelingen van zwarten die uit slavernij ontsnapt zijn, rond 1930
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mar·ron
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontvluchte slaaf, bosneger’ voor het eerst aangetroffen in 1770 [1]
- [A] van Frans marron uit slavernij ontsnapte
- [B] van Frans marron kastanje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marron | marrons |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[A] marron m
- (Suriname) (geschiedenis) zwarte die uit slavernij naar de wildernis is ontsnapt
- Het ontoegankelijke bos wordt beschreven als bondgenoot van de marrons en als vijand van de blanke. Een oude slaaf waarschuwt: ‘Vluchten is één kans op vrijheid en duizend kansen op een wrede, afschuwelijke dood.’ [2]
- (Suriname) iemand die afstamt van zwarten die uit slavernij naar de wildernis waren ontsnapt
- Marrons, nakomelingen van ooit gevluchte slaven die leven in de binnenlanden van Suriname en Frans Guyana, hebben hun Afrikaanse genetische erfenis voor 98 procent bewaard. [3]
Afgeleide begrippen
- marroncultuur
- marrondorp
![](../I/m/Marron.jpg)
B 1. grote kastanje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marron | marrons |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] marron m
- (voeding) grote kastanje, vrucht van de tamme kastanje, Castanea sativa
- De allermooiste kastanje is ongetwijfeld de marron, die één noot per bolster bevat. Zowel de kastanje als deze marron zijn de vruchten van de tamme kastanje. [5]
- Ook uit de keuken van de Périgord is de marron aan het verdwijnen. Er zijn winig koks meer die het bos intrekken, voordat zij het eten gaan maken. [6]
Afgeleide begrippen
- crème de marron
- marron glacé
B 1. kastanjebruin
stellend | |
---|---|
onverbogen | marron |
verbogen | - |
Gangbaarheid
- Het woord marron staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'marron' herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "marron" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Rutgers, W. "1952. Literair nationalisme, een nieuw geloof in Negerschap. Eddy Bruma" in: De brug van Paramaribo naar Willemstad. Nederlands-Caribische en Caribisch-Nederlandse literatuur 1945-2005. (2007) Fundashon pa Planifikashon di Idioma / Universiteit van de Nederlandse Antillen, Curaçao; geraadpleegd 2018-03-18
- Vlasblom, D. Surinaamse marrons zijn genetisch nog Afrikanen (7 november 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-03-18
- Koenen, L. Van bosneger tot marron (10 november 2009) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-03-18
- Cas Hoe maak ik lekkere en gezonde gerechten met kastanjes op website: leerwiki.nl; geraadpleegd 2018-03-18
- Kastanjes op website: dordogne-vakantie.nl; geraadpleegd 2018-03-18
Frans
![](../I/m/Le_Marron_Inconnu%2C_Haiti_2012.jpg)
A 1. Beeld voor de "onbekende marron" in Haïti.
Woordherkomst en -opbouw
- [A] van Spaans cimarrón "wilde, mens, plant of dier levend in de wildernis"
- [B] van Italiaans marrone
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | marron | le marron | marrons | les marrons |
vrouwelijk | marronne | la marronne | marronnes | les marronnes |
Zelfstandig naamwoord
[A] marron m
- (Frans Guyana) marron, iemand uit slavernij naar de wildernis is ontsnapt
- illegaal drukwerk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | marron | marrons |
vrouwelijk | marronne | marronnes |
Bijvoeglijk naamwoord
[A] marron m
- verwilderd (van dieren of planten)
- ontsnapt (van een slaaf)
- (spreektaal) nep, malafide, onbetrouwbaar
- «Ce type est un courtier marron.»
- Die kerel is een beunhaas.[1]
- «Ce type est un courtier marron.»
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
marron | le marron | marrons | les marrons |
Zelfstandig naamwoord
[B] marron m
- (voeding) grote kastanje, vrucht van de tamme kastanje; in het bijzonder de variëteit afkomstig uit een schil die maar één vrucht bevat
- (RAL-kleur) kastanjebruin, een kleur met RAL-nummer 8015
- (figuurlijk) (spreektaal) mep, klap, muilpeer
- «Il m'a filé un marron.»
- Hij heeft me een opdoffer verkocht.[1]
- «Il m'a filé un marron.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk / vrouwelijk |
marron | marron |
Bijvoeglijk naamwoord
[B] marron
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.