schaamteloosheid
Nederlands
Woordafbreking
- schaam·te·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van schaamteloos met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaamteloosheid | schaamteloosheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
schaamteloosheid v
- het schaamteloos zijn
- De schaamteloosheid van de toneelspeler was de oorzaak van zijn ondergang.
Gangbaarheid
- Het woord schaamteloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.