kust

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kust    (hulp, bestand)
  • IPA: /'kɵst/
Woordafbreking
  • kust
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grens tussen land en zee’ voor het eerst aangetroffen in 1436 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kust kusten
verkleinwoord kustje kustjes

Zelfstandig naamwoord

kust v/m

  1. de waterkant langs de zee
  2. een keuze
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • te kust en te keur - meer dan voldoende keuze
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kussen

kust

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kussen
    • Jij kust. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kussen
    • Hij kust. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van kussen
    • Kust! 

Gangbaarheid

  • Het woord kust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.