kustwachter

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • kust·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kustwachter kustwachters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

kustwachter m [1]

  1. (beroep) iemand die op een kustwachtpost werkt
  2. (scheepvaart) schip voor de kustbewaking

Gangbaarheid
  • Het woord kustwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.