kont
Nederlands
Woordafbreking
- kont
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘achterste’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1741 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kont | konten |
verkleinwoord | kontje | kontjes |
Zelfstandig naamwoord
kont v/m
- (informeel) (dierkunde) de billen, het achterwerk
- Hij zat de hele dag op z'n kont en deed niets.
- Maar Albert was geen vlug type, alles kostte bij hem tijd. En al heel snel was daar Cécile geweest, hij was meteen hartstochtelijk verliefd, de ogen van Cécile, de mond van Cécile, de glimlach van Cécile, en daarna uiteraard de borsten van Cécile, de kont van Cécile, hoe wil je dan aan iets anders denken. [2]
- (scheepvaart) de achtersteven van een schip
- De bijboot was aan de kont van het jacht vastgemaakt.
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. de billen, het achterwerk
Gangbaarheid
- Het woord kont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kont' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "kont" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 16
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.