achterwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterwerk achterwerken
verkleinwoord achterwerkje achterwerkjes

Zelfstandig naamwoord

achterwerk o

  1. achterste deel
  2. (anatomie) zitvlak, achterste, billen
    • Ik viel op mijn achterwerk 
  1. (scheepvaart) (verouderd) het houtsnijwerk dat de achtersteven van een schip sierde
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord achterwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.