achterwerk
Nederlands
Woordafbreking
- ach·ter·werk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘billen’ voor het eerst aangetroffen in 1882 [1]
- samenstelling van achter en werk [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterwerk | achterwerken |
verkleinwoord | achterwerkje | achterwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
achterwerk o
- Ik viel op mijn achterwerk
- (scheepvaart) (verouderd) het houtsnijwerk dat de achtersteven van een schip sierde
Vertalingen
1. achterste deel
Gangbaarheid
- Het woord achterwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'achterwerk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.