bofkont

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bof·kont
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bofkont bofkonten
verkleinwoord bofkontje bofkontjes

Zelfstandig naamwoord

bofkont v/m

  1. (informeel) iemand die onwaarschijnlijk veel geluk heeft, een boffer
    • Die bofkont wist weer eens precies wanneer haar huiswerk ingenomen ging worden. Ze ruikt het gewoon! 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bofkont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.