knoopsgat
Nederlands
Woordafbreking
- knoops·gat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knoop en gat met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knoopsgat | knoopsgaten |
verkleinwoord | knoopsgaatje | knoopsgaatjes |
Zelfstandig naamwoord
knoopsgat o
- een gat in een stuk stof waar een knoop doorheen past
- Als je een knoopsgat maakt moet je zorgen dat het niet te rafelig wordt.
- Hij herkent hem aan zijn kapotjas, omdat hij altijd zo'n rood ding in zijn knoopsgat droeg, mijn 'legioen van smeer', zoals hij zei. Een scherpzinnig man was Grisonnier niet. Ook niet fijnbesnaard, maar een beste kerel, iedereen mocht hem graag. [1]
Vertalingen
1. een gat in een stuk stof waar een knoop doorheen past
Gangbaarheid
- Het woord knoopsgat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knoopsgat' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.