klopper
Nederlands
Woordafbreking
- klop·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klopper | kloppers |
verkleinwoord | kloppertje | kloppertjes |
Zelfstandig naamwoord
klopper m [1]
- (gereedschap) (huishouden) voorwerp om mee te kloppen
- deurklopper
- (in mindere mate) iemand die klopt
Hyponiemen
- deurklopper, dienstklopper, mattenklopper, melkklopper, robbenklopper, rondklopper, roomklopper, zeepklopper, zonneklopper
Gangbaarheid
- Het woord klopper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klopper' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.