houten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɑutə(n)/
Woordafbreking
  • hou·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van hout met het achtervoegsel -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen houten

Bijvoeglijk naamwoord

houten

  1. gemaakt van hout
    • Deze prachtige houten tobbe wordt geheel compleet geleverd inclusief de houten trap. 

Zelfstandig naamwoord

houten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hout

Gangbaarheid

  • Het woord houten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.