klootzak
Nederlands
Woordafbreking
- kloot·zak
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘scheldwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1908 [1]
- samenstelling van kloot zn en zak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klootzak | klootzakken |
verkleinwoord | klootzakje | klootzakjes |
Zelfstandig naamwoord
klootzak m
- balzak, scrotum
- (scheldwoord) een vervelende man
- Vliegen sloopt het klimaat, vlees eten is zielig en je bank financiert de wapenhandel. We weten het, maar handelen er niet naar. Omdat we nu eenmaal klootzakken zijn [2]
- De Duitsers antwoordden. Aan Franse zijde duurde het niet lang of iedereen had zich verzameld. Ze zouden die klootzakken hun vet eens geven. Het was 2 november 1918. Het was nog niet bekend, maar de oorlog zou nog minder dan tien dagen duren. [3]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord klootzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klootzak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "klootzak" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- decorrespondent.nl 22 aug 2018
- Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 14
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.