kloot

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kloot
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘teelbal’ voor het eerst aangetroffen in 1550 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kloot kloten
verkleinwoord klootje klootjes

Zelfstandig naamwoord

kloot m [3] [4]

  1. kluit, klomp, klont bijv. aardkloot
  2. bal, kogel (-> klootschieten)
  3. (vulgair) vervelende kerel
  4. (vulgair) zaadbal, teelbal, testikel
Synoniemen
Hyponiemen
  • aardkloot, apenkloot, bromkloot, droogkloot, dufkloot, dwazekloot, jammerkloot, schijfkloot, wakerkloot, wantkloot, windwijzerkloot, zemelkloot
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
kloten

kloot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van kloten
  2. gebiedende wijs van kloten

Gangbaarheid

  • Het woord kloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.