sukkel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • suk·kel
enkelvoud meervoud
naamwoord sukkel sukkels
verkleinwoord sukkeltje sukkeltjes

Zelfstandig naamwoord

sukkel m

  1. Een wat dommig, onhandig persoon
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
sukkelen

sukkel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sukkelen
    • Ik sukkel. 
  2. gebiedende wijs van sukkelen
    • Sukkel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sukkelen
    • Sukkel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord sukkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.