rotzak
Nederlands
Woordafbreking
- rot·zak
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘scheldwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1692 [1]
- afgeleid van zak met het voorvoegsel rot- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rotzak | rotzakken |
verkleinwoord | rotzakje | rotzakjes |
Zelfstandig naamwoord
rotzak m
- (scheldwoord) iemand die zich schurkachtig gedraagt
- Met die rotzakken wil ik niets te maken hebben.
Gangbaarheid
- Het woord rotzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rotzak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.