kern

[2] In de kern van een pruim zit een pit.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kern    (hulp, bestand)
  • /ˈkɛrən/
Woordafbreking
  • kern
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘binnenste, essentie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kern kernen
verkleinwoord kerntje kerntjes

Zelfstandig naamwoord

kern v/m

  1. het meest belangrijke
    • De kern van het verhaal was dat er bezuinigd moest worden. 
  1. het binnenste of midden
    • In de kern van een pruim zit een pit. 
  1. (scheikunde) het uit protonen en neutronen bestaande inwendige van een atoom
  2. (natuurkunde) het centrale deel van een elektromagneet
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord kern kerne
kerns
verkleinwoord kerntjie kerntjies

Zelfstandig naamwoord

kern

  1. kern
  1. «Tot die kern van die saak deurdring.»
    Tot de kern van de zaak doordringen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.