kern
![](../I/m/Red-Plums.jpg)
[2] In de kern van een pruim zit een pit.
Nederlands
Woordafbreking
- kern
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘binnenste, essentie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kern | kernen |
verkleinwoord | kerntje | kerntjes |
Zelfstandig naamwoord
kern v/m
- het meest belangrijke
- De kern van het verhaal was dat er bezuinigd moest worden.
- het binnenste of midden
- In de kern van een pruim zit een pit.
- (scheikunde) het uit protonen en neutronen bestaande inwendige van een atoom
- (natuurkunde) het centrale deel van een elektromagneet
Synoniemen
- [1] essentie, kwintessens
- [3] atoomkern
- [4] spoelkern
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord kern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kern' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kern | kerne kerns |
verkleinwoord | kerntjie | kerntjies |
Zelfstandig naamwoord
kern
- «Tot die kern van die saak deurdring.»
- Tot de kern van de zaak doordringen.
- «Tot die kern van die saak deurdring.»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.