kerngezond

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kern·ge·zond
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘door en door gezond’ voor het eerst aangetroffen in 1889 [1]
  • samenstelling van  kern   en  gezond   (tot in de kern gezond)
stellend
onverbogen kerngezond
verbogen kerngezonde
partitief kerngezonds

Bijvoeglijk naamwoord

kerngezond

  1. (intensief) in uitstekende gezondheid verkerend, volkomen gezond en fit
    • Ze schonk gisteren het leven aan een kerngezonde tweeling. 

Gangbaarheid

  • Het woord kerngezond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.