essentie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·sen·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘het wezen’ voor het eerst aangetroffen in 1501 [1]
  • Ontleend aan het Latijn essentia [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord essentie essenties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

essentie v

  1. het meeste belangrijke
    • De essentie van een tekst staat meestal in de samenvatting. 
    • Ik zou me weer kunnen richten op de essentie van mijn bestaan. Hoewel ik me wel afvroeg wat precies de essentie was. Ik moest me op de essentie concentreren. Geen omwegen bewandelen. Maar ik had het onaangename gevoel dat de essentie van mijn leven aan het verschuiven was.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord essentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.