zinskern
Nederlands
Woordafbreking
- zins·kern
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zin en kern met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zinskern | zinskernen |
verkleinwoord | zinskerntje | zinskerntjes |
Zelfstandig naamwoord
zinskern v/m
- de benaming voor de grammaticale basis van de zin, die uit het onderwerp en het volledige gezegde bestaat
- De zinskern is het kleinste deel van een langere zin dat in principe een zelfstandige zin kan vormen, de voorwerpen en bepalingen kunnen dat niet.
Gangbaarheid
- Het woord 'zinskern' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zinskern' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.