kerntaak
Nederlands
Woordafbreking
- kern·taak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kern en taak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerntaak | kerntaken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kerntaak v/m
- datgene wat hoofdzaak is van datgene waar men verantwoordelijk voor is
- De verdediging van dit deel van het front was hun kerntaak.
Vertalingen
1. datgene wat hoofdzaak is van datgene waar men verantwoordelijk voor is
Gangbaarheid
- Het woord kerntaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kerntaak' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.