kali
Nederlands
Woordafbreking
- ka·li
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch of Javaans, in de betekenis van ‘rivier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1896-1901 [1]
- Leenwoord uit het Indonesisch of Javaans, in de betekenis van ‘rivier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1896 [1]
- In de betekenis van ‘kaliumzout’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1583 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kali | kali's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kali m
- (scheikunde) kaliumhydroxide, wordt gebruikt als reinigingsmiddel, ontsmettingsmiddel, verfafbijtmiddel en gootsteenontstopper.
- (landbouw) kaliumhoudende kunstmest
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kali staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kali' herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen. |
Indonesisch
Woordafbreking
- ka·li
Woordherkomst en -opbouw
- [2] uit het Javaans kali
- [bijwoord] verkorting in het Betawi van barangkali "misschien"
Zelfstandig naamwoord
kali
- keer, maal
- (aardrijkskunde) rivier, stroom
- hoge functionaris in Zuid-Celebes
Javaans
Uitspraak
- IPA: /kali/
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.