judas

Judas in celdeur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • juĀ·das
enkelvoud meervoud
naamwoord judas judassen
verkleinwoord judasje judasjes

Zelfstandig naamwoord

judas m

  1. een onbetrouwbaar persoon
  2. (bouwkunde) een kijkgat in een deur
    • Een celdeur met een judas . 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord judas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Werkwoord

vervoeging van
judassen

judas

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judassen
    • Ik judas. 
  2. gebiedende wijs van judassen
    • Judas! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judassen
    • Judas je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.