hovenier
Nederlands
Woordafbreking
- ho·ve·nier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hovenier | hoveniers |
verkleinwoord | hoveniertje | hoveniertjes |
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- hoveniersbedrijf, hoveniersboek, hoveniershof, hovenierskunst, hoveniersland, hoveniersmes, hovenierstuin
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hovenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hovenier' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hovenieren |
hovenier
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hovenieren
- Ik hovenier.
- gebiedende wijs van hovenieren
- Hovenier!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hovenieren
- Hovenier je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.