hoboïst
Nederlands
Woordafbreking
- ho·bo·ist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoboïst | hoboïsten |
verkleinwoord | hoboïstje | hoboïstjes |
Zelfstandig naamwoord
hoboïst m
- In een orkest geeft een hoboïst de toon aan waarop gestemd wordt.
Hyponiemen
Vertalingen
1. iemand die hobo speelt
Gangbaarheid
- Het woord hoboïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoboïst' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.