hoboïst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·bo·ist
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van hobo met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord hoboïst hoboïsten
verkleinwoord hoboïstje hoboïstjes

Zelfstandig naamwoord

hoboïst m

  1. (muziek), (beroep) iemand die hobo speelt
    • In een orkest geeft een hoboïst de toon aan waarop gestemd wordt. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoboïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.