hersenen
Nederlands
Woordafbreking
- her·se·nen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘deel van centrale zenuwstelsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | hersenen hersens |
verkleinwoord | - | hersentjes |
Zelfstandig naamwoord
hersenen mv
- (anatomie) waarnemend, aansturend, controlerend en informatieverwerkend orgaan in dieren
- De chirurg voert een operatie op de hersenen uit.
- denkvermogen.
- Veel hersenen heeft hij niet.
Hyponiemen
- achterhersenen, eindhersenen, grote hersenen, middenhersenen, tussenhersenen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. brein
|
|
Gangbaarheid
- Het woord hersenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hersenen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.