herseninfarct

Nederlands

MRI van een herseninfarct (het donkere gebied links op de foto)
Uitspraak
Woordafbreking
  • her·sen·in·farct
Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van  hersenen zn  en  infarct zn 

enkelvoud meervoud
naamwoord herseninfarct herseninfarcten
verkleinwoord herseninfarctje herseninfarctjes

Zelfstandig naamwoord

herseninfarct o

  1. (medisch) blijvende schade aan een deel van de hersenen omdat er onvoldoende zuurstofvoorziening is, geweest, door onvoldoende doorbloeding
    • Een herseninfarct leidt tot blijvende restverschijnselen. De naam TIA (transient ischaemic attack) staat voor uitvalsverschijnselen die binnen maximaal een etmaal volledig over zijn. Die termijn is te lang, dat wil in ieder geval niet zeggen dat er zo lang gewacht moet worden met ingrijpen![1] 
    • Corry Brokken heeft zich door het leven niet uit het veld laten slaan. Integendeel. Ze deed na de eeuwwisseling mee aan de Vaginamonologen, ze trad op met Purper tot een herseninfarct het voor haar moeilijker maakte om door te gaan.[2]  
Synoniemen
Verwante begrippen
  • TIA
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord herseninfarct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Bocken, Paul Beknopte integrale ziekteleer 2014 ISBN 978-90-352-3469-7 pagina 333
  2. Spits, Frits De Standaards van Spits 2015 ISBN 978-90-245-6871-0 pagina 18
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.