hersenspinsel
Nederlands
Woordafbreking
- her·sen·spin·sel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hersenen zn en spinsel zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hersenspinsel | hersenspinsels |
verkleinwoord | hersenspinseltje | hersenspinseltjes |
Zelfstandig naamwoord
hersenspinsel o [2]
- (psychologie) een gedachte die niet op de werkelijkheid gebaseerd hoeft te zijn
- En ze weet niet eens of Sander echt verliefd op haar is, of dat ze het zich maar verbeeldt. Als ze nog even doorgaat denkt ze nog dat het allemaal hersenspinsels zijn. Ze moet hem zien. En Heike wil ze ook spreken. Gelukkig is ze niet meer kwaad op Indra.[3]
- Ook fantaseert hij over buitenaards leven. Hij stelt dat aliens niet per se intelligent hoeven te zijn, waarbij hij een inmiddels behoorlijk racistisch klinkende vergelijking maakt: `De inwoners van de recent ontdekte landen kunnen we nauwelijks mensen noemen; het zijn meer dieren met een — zeer i mperfecte menselijke vorm, maar bijna zonder menselijke rede.' Zelfs in futuristische hersenspinsels over ruimtereizen klinkt de koloniale tijdgeest door.[4]
Synoniemen
- verzinsel, fantoom, hersenschim, illusie, waandenkbeeld, waanidee, hersenspook, inbeelding, visioen, waan
Gangbaarheid
- Het woord hersenspinsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hersenspinsel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- hersenspinsel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Slee, Carry Kappen 2015 ISBN 90-499-2086-1 pagina 89
- Ellerbroek, Lucas Planentenjagers 2014 ISBN 978-90-351-4140-7 pagina 77
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.