helen
Nederlands
Woordafbreking
- he·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘genezen’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
- afgeleid van heel met het achtervoegsel -en [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
helen |
heelde |
geheeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
helen
- ergatief gezond worden
- Die wond heelt niet goed als hij niet verzorgd wordt.
- overgankelijk (met opzet) gestolen goed in ontvangst nemen
- Je hebt die spullen geheeld en dat is strafbaar.
Verwante begrippen
- [2] verbergen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. gezond worden
2. gestolen goed in ontvangst nemen
Gangbaarheid
- Het woord helen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'helen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Noors
Woordafbreking
- he·len
Naar frequentie | 2550 |
---|
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.