haagbeuk
Nederlands
![](../I/m/Carpinus_betulus.jpg)
Carpinus betulus
Woordafbreking
- haag·beuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haag en beuk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haagbeuk | haagbeuken |
verkleinwoord | haagbeukje | haagbeukjes |
Zelfstandig naamwoord
haagbeuk m [2]
- (plantkunde) Carpinus betulus
boom uit de berkenfamilie Betulaceae die veel in heggen voorkomt
Synoniemen
- gewone haagbeuk
Verwante begrippen
- beukhaag
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord haagbeuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haagbeuk' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.