gordeldier
Nederlands
Woordafbreking
- gor·del·dier
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tandarm zoogdier’ voor het eerst aangetroffen in 1864 [1]
- samenstelling van gordel en dier [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gordeldier | gordeldieren |
verkleinwoord | gordeldiertje | gordeldiertjes |
Zelfstandig naamwoord
gordeldier o
- (dierkunde) Dasypodidae
zoogdier met pantser van beweegbare schubben
Vertalingen
1. Dasipodidae, zoogdier met pantser van beweegbare schubben
|
|
Gangbaarheid
- Het woord gordeldier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gordeldier' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.