finaal
Nederlands
Woordafbreking
- fi·naal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uiteindelijk, tot het einde toe’ voor het eerst aangetroffen in 1516 [1]
- afgeleid van het Latijnse finis met het achtervoegsel -aal [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | finaal | finaler | finaalst |
verbogen | finale | finalere | finaalste |
partitief | finaals | finalers | - |
Vertalingen
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijwoord
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord finaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'finaal' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.