beslissend
![](../I/m/Atlas_Van_der_Hagen-KW1049B10_051_4B-Opening_en_slaen_der_Turken_aen_t_Weener_Wald_%3D_Ouverture_du_Grand_Bois_de_Vienne_et_defaicte_des_Turqs.jpeg)
beslissend moment in de strijd
Nederlands
Woordafbreking
- be·slis·send
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beslissen |
beslissend
- onvoltooid deelwoord van beslissen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beslissend | beslissender | beslissendst |
verbogen | beslissende | beslissendere | beslissendste |
partitief | beslissends | beslissenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beslissend
- doorslaggevend in maken van een keuze, het verschil makend
- Hoewel er veel aanwijzingen waren in de strafzaak vond de rechter dat het beslissende bewijs niet aanwezig was en daarom is de verdachte dus vrijgesproken.
- van groot belang
- De uitslag van het examen is van beslissend belang.
Gangbaarheid
- Het woord beslissend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beslissend' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.