experimenteel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·pe·ri·men·teel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘proefondervindelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van experiment met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen experimenteelexperimentelerexperimenteelst
verbogen experimenteleexperimentelereexperimenteelste
partitief experimenteelsexperimentelers-

Bijvoeglijk naamwoord

experimenteel

  1. gemaakt om te experimenteren, met betrekking tot een proefneming
Synoniemen
Verwante begrippen
  • experimentele psychologie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord experimenteel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.