ever

Ever

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ever
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘hoefdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ever evers
verkleinwoord evertje evertjes

Zelfstandig naamwoord

ever m

  1. (zoogdieren) de voorouder van het varken Sus scrofa
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • everdas, everdis, everdoek, everlast, everwortel, everzwijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Bijwoord

ever

  1. ooit
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.