danig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  danig    (hulp, bestand)
  • IPA: /'danəx/
Woordafbreking
  • da·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zeer, zeer groot’ voor het eerst aangetroffen in 1781 [1]
  • [2]
stellend
onverbogen danig
verbogen danige
partitief danigs

Bijvoeglijk naamwoord

danig

  1. in aanmerkelijke mate, buitengewoon
    • De verkoop liet een danige teruggang zien. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

danig

  1. in aanzienlijke mate
    • Hij was danig geschrokken van de verkoopcijfers. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord danig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.