eierstok
Nederlands
Woordafbreking
- ei·er·stok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ei en stok met het invoegsel -er-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eierstok | eierstokken |
verkleinwoord | eierstokje | eierstokjes |
Zelfstandig naamwoord
eierstok m
- (anatomie) het geslachtsorgaan van de vrouw waarin eicellen gevormd worden
- In de eierstok zitten de eicellen opgeslagen.
Vertalingen
1. het geslachtsorgaan van de vrouw waarin eicellen gevormd worden
Gangbaarheid
- Het woord eierstok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eierstok' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.