-er-

Niet te verwarren met: -er

Nederlands

Huidig
bestand
249
Uitspraak
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ər/
Woordafbreking
  • -er·-
Woordherkomst en -opbouw
  1. Oorspronkelijk dienend als meervoudsaanduiding, vergelijk Duits en Limburgs: -er.

Invoegsel

-er-

  1. een affix zonder eigen betekenis dat tussen twee delen van een samenstelling geplaatst is. Hierdoor worden de twee delen van een woord op toepasselijke wijze met elkaar verbonden. De spelling volgt gedeeltelijk die van de meervoudsvorm, als er slechts één meervoudsvorm is en deze eindigt op -eren
    • Kind, kinderen + wagen → kinderwagen. 
    • Ei, eieren + dop → eierdop. 
    • Wild → wildernis. 
Verwante begrippen

Pennsylvania-Duits

Huidig
bestand
0
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • -er·-

Invoegsel

-er-

  1. -er-
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.