dyslexie
Nederlands
![](../I/m/Dislexia.jpg)
Woordafbreking
- dys·lexie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘woordblindheid’ voor het eerst aangetroffen in 1923 [1]
- vermoedelijk van Duits Dyslexie, een term voorgesteld door de Duitse oogarts R. Berlin
in 1883[2] naar het voorbeeld van Alexie en Paralexie, gevormd uit Oudgrieks λέξις (lexis) "woord, spraak" met het voorvoegsel dys- onder invloed van Latijn legere "lezen"[3][4][5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dyslexie | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dyslexie v
- (psychologie) (medisch) (onderwijs) het onvermogen om woorden, waarvan men wel de letters ziet, in hun betekenis te vatten
- Dyslexie komt meer bij jongens voor dan bij meisjes.
Afgeleide begrippen
- dyslectisch bijvoeglijk naamwoord
- dyslecticus iem. die aan dyslexie lijdt, dyslectici meervoud
Vertalingen
1. het onvermogen om woorden, waarvan men wel de letters ziet, in hun betekenis te vatten
Gangbaarheid
- Het woord dyslexie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dyslexie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "dyslexie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- in: Medicinisches Correspondenzblatt des Württembergischen ärztlichen Landesvereins; deel 53, p. 209
- Berlin, R. Eine besondere Art der Wortblindheit (Dyslexie) (1887) Bergmann, Wiesbaden; p. 1; geraadpleegd 2018-03-14
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- dyslexie op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.