dyslectisch
Nederlands
Woordafbreking
- dys·lec·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Griekse 'lexis' (het spreken) met het voorvoegsel dys-
- afgeleid van dyslexie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dyslectisch | dyslectischer | |
verbogen | dyslectische | dyslectischere | |
partitief | dyslectisch | dyslectischers | - |
Gangbaarheid
- Het woord dyslectisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dyslectisch' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.